Geloven, verlangen en verwachten tegen de klippen op

Het nieuws is te groot, te wreed en te gruwelijk. Congo met op dit moment 7 miljoen vluchtelingen. Een berichtje van niks in de krant. Soedan. Bijna zes miljoen mensen zijn er inmiddels gevlucht omdat verschillende legerleiders tegen elkaar vechten op en om een gebied dat rijk is aan goud. Mannen en jongens worden gedwongen te vechten. In buurland Tsjaad verblijven een miljoen vluchtelingen, vooral vrouwen, kinderen en hele oude mensen. Ook maar een piepklein bericht in het nieuws. Oekraïne gaat de tweede oorlogswinter in. Het haalt de voorpagina’s niet meer. Wel op de voorpagina’s andere berichten van haat en wraak. Om bloed wordt er gevraagd, om vernietiging en vergelding door mensen, over en weer, die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Elkaar geen leven gunnen, geen plek gunnen.

 

Rabbijn Awraham Soetendorp durft te verlangen en te verwachten tegen de klippen op, tegen de gruwelijke gebeurtenissen van dood en verderf in. Juist door die wanhoop heen denkt de rabbijn aan een weg daaruit. “Ik hou me met beide handen aan het drijfhout van de hoop vast. We zijn dat verplicht aan de mannen, vrouwen en kinderen die uit het leven zijn gerukt” (Trouw, 13 oktober 2023) God zij dank voor Soetendorp die op 29 oktober tijdens een uitzending van Buitenhof zegt dat Abraham de vader is van Isaak en Ismaël. Oftwel, Abraham is de stamvader van joden en moslims. Daarom geeft hij in de uitzending van Buitenhof, zijn collega-imam de hand en zegt: “Ik zou willen dat deze televisie-uitzenting een soort huiskamer is waar jij en ik, die elkaar de hand vasthouden. En dat ook doen met het hart! Dat dát die warmte geeft die naar buiten toegaat! Want wij moeten sterk genoeg zijn!” En de imam die volmondig antwoordt: “Zeker!”

 

Dát moment is toch de eerste kaars van advent!?  Advent is toch tegen de klippen op geloven, verwachten en verlangen naar licht, liefde en vrede? Tegen al het duister van de afschuwelijke gebeurtenissen, de brandhaarden, oorlogstaal erin blijven geloven dat het ene brandende kaarsje het licht doorgeeft en het licht groter en groter kán maken. En dat moment proberen door te geven waarmee de warmte groter wordt en naar buiten gaat. Maar dat kaarsje in het grote duister is zo kwetsbaar. Het gaat zo makkelijk uit. We weten dat allemaal. Ook bij ons zelf kan de moed zakken, het geloof vervliegen en zwaarmoedigheid zijn intrede doen.

Maar juist daarom vieren we elk jaar kerst, leven daarnaar toe met advent om ons te bemoedigen, te sterken. Om samen ons geloof hoe klein en kwetsbaar ook aan te wakkeren, nieuw leven in te blazen.

De kerstverhalen zijn een tegen-geluid, een tegen-stem. Er is het kwetsbare verhaal van de geboorte van een kind in erbarmelijke omstandigheden tegenover het verhaal van een keizer en een koning. Een keizer die met macht en status bezig is en een koning die niets geeft om het kwetsbare, maar enkel en alleen denkt aan zijn eigen positie. Een koning die bovendien koste wat het kost (van andere mensen, nooit van zichzelf!) die positie wil behouden. Zo is de geboorte van Jezus een tegen-verhaal geworden. Het kán anders. Het leert ons daarin te geloven, daardoor te laten inspireren, daarnaar te blijven verlangen, opnieuw te verlangen. Tegen het donker, het brullen en het brallen in.

Niet het brullen en het brallen (Reinier Kleijer)

Niet het brullen en het brallen

van tirannen wereldwijd,

van despoten en vazallen

zal beklijven in de tijd.

 

Niet de dodelijke woorden

of vernietigende taal,

niet bevelen om te moorden

maar een kwetsbaar, teer verhaal

 

over engelen die zingen

van een God die liefde baart,

die met zorg ons wil omringen,

Zich aan onze zijde schaart

 

in de Mens die recht en vrede

voluit zaait en groeien doet,

die de wereld tot op heden

met Zijn Geest en liefde voedt.

Door Greta Huis