Zondag 23 juli ging het even mis bij het aansteken van de paaskaars in het Witte Kerkje. De witte kaars op de avondmaalstafel brandde niet en daardoor kon aankondiger Jelle Witteveen de paaskaars niet aansteken. Snel lucifers gehaald en het probleem was opgelost, zij het dat voorganger Catrien Bos bij de aanvang van de dienst ook nog even de witte kaars moest aansteken.
Dit voorval leidde bij het koffiedrinken tot enige discussie hoe om te gaan met de kaarsen in het Witte Kerkje. Daarbij had Catrien Bos die in vele kerken is voorgegaan, ook een inbreng. Tijdens de discussie bleek dat wij het niet helemaal volgens de (ongeschreven) regels doen. Tijd voor nadere beschouwing.
Het gebruik van de paaskaars heeft een eeuwenlange katholieke traditie. Reeds in de tijd van Augustinus werd de paaskaars in de paasnacht, als een verwijzing naar de Opgestane Heer, brandend de kerk binnengebracht onder het driemaal zingen van “Licht van Christus”. De r.k. traditie kent naast de paaskaars ook de zogenoemde Godslamp. De Godslamp herinnert eraan dat de kerk op bijzondere wijze een huis van God is.
Gaandeweg deed de paaskaars ook in de protestantse kerken haar intrede, zij het dat het een niet algemeen aanvaarde praktijk is. Volgens goed Nederlands gebruik trad een werkgroep aan, in dit geval de werkgroep eredienst en kerkmuziek van de Protestantse Kerk, om enige adviezen uit te brengen over het gebruik van de paaskaars in de kerk. De werkgroep kwam tot de conclusie dat de paaskaars in protestantse kerken over het algemeen bijna de functie heeft gekregen van Godslamp: teken van de aanwezigheid van de levende Heer. Dat houdt volgens de werkgroep o.m. ook in dat de paaskaars al brandt als de bezoekers binnenkomen. Na afloop van de dienst wordt de kaars gedoofd. In de paasnacht of op eerste paasdag wordt een nieuwe paaskaars ontstoken. De paaskaars staat gewoonlijk bij het doopvont. In een uitvaartdienst staat de kaars bij de kist.
Blijft over de vraag wat te doen met de overige witte kaars(en). Volgens divers gebruik is het mogelijk 1 of 2 witte kaarsen te laten branden: 1 als symbool voor het Oude Testament en 1 als symbool voor het Nieuwe Testament. Volgens Catrien Bos kun je ook volstaan met 1 witte kaars als symbool voor de gehele bijbel. In haar optiek wordt die dan pas aangestoken bij de aanvang van de dienst. Conclusie: de paaskaars zou reeds moeten branden bij binnenkomst van de bezoekers en de witte kaars kan gaan branden bij het begin van de dienst.
Dick Dalmolen